In veel gemeenten wordt tegenwoordig strenger nagegaan of het kadastraal inkomen (KI) van woningen nog klopt met de realiteit. Dat kan leiden tot een verhoging, zeker wanneer er comfortverbeteringen zijn doorgevoerd. Hoe verloopt zo’n procedure en wat kunt u doen als u niet akkoord gaat?
Wanneer wordt het KI aangepast?
Elke woning krijgt een kadastraal inkomen toegewezen bij de eerste ingebruikname. Dat bedrag kan opnieuw berekend worden wanneer er aanzienlijke verbeteringen of uitbreidingen plaatsvinden, zoals de aanleg van centrale verwarming, een extra badkamer of een aanbouw. Vaak gebeurt dit na een vergunningsaanvraag waarbij de administratie op basis van plannen een herziening doorvoert. Zodra de werken klaar zijn, moet de eigenaar dit ook officieel melden.
Ook zonder vergunning bestaat er een meldingsplicht: wie comfortverhogende werken uitvoert die een impact hebben op het KI, moet dit spontaan aangeven.
Gemeentelijke ‘comfortacties’
Naast individuele aangiftes ondernemen sommige gemeenten zelf acties. Ze schrijven bijvoorbeeld eigenaars aan van woningen met een opvallend laag (niet-geïndexeerd) KI, meestal onder de 500 euro. Vooral panden die volgens de kadastrale gegevens geen badkamer of centrale verwarming hebben, krijgen bijzondere aandacht.
De eigenaar ontvangt dan een vragenlijst om de actuele toestand van de woning te bevestigen. Wordt aangegeven dat er inmiddels meer comfort aanwezig is, dan gaat het kadaster over tot een herschatting. Bij geen reactie kan een controle ter plaatse volgen.
Wat bij onenigheid over de verhoging?
Wie een nieuw KI krijgt toegewezen en dit te hoog vindt, kan binnen twee maanden bezwaar aantekenen via een aangetekende brief aan de bevoegde kadastrale dienst. Daarbij moet ook een alternatief KI worden voorgesteld.
Komt er geen akkoord, dan kan de fiscale bemiddelingsdienst worden ingeschakeld. Lukt het ook daar niet, dan volgt een arbitrageprocedure waarbij één of drie scheidsrechters een bindend besluit nemen. Deze procedure brengt kosten met zich mee, en de partij wiens voorstel het verst afstaat van het eindresultaat, draait volledig voor de kosten op.
Samengevat
Gemeenten controleren steeds vaker of het KI van woningen nog in verhouding staat tot het actuele comfortniveau. Eigenaars die hun woning hebben verbeterd, kunnen een verhoging verwachten. Wie het daar niet mee eens is, heeft wel de mogelijkheid om bezwaar in te dienen en een procedure te starten.
Heb je vragen omtrent dit artikel? Neem dan zeker contact met ons op!
Wanneer wordt het KI aangepast?
Elke woning krijgt een kadastraal inkomen toegewezen bij de eerste ingebruikname. Dat bedrag kan opnieuw berekend worden wanneer er aanzienlijke verbeteringen of uitbreidingen plaatsvinden, zoals de aanleg van centrale verwarming, een extra badkamer of een aanbouw. Vaak gebeurt dit na een vergunningsaanvraag waarbij de administratie op basis van plannen een herziening doorvoert. Zodra de werken klaar zijn, moet de eigenaar dit ook officieel melden.
Ook zonder vergunning bestaat er een meldingsplicht: wie comfortverhogende werken uitvoert die een impact hebben op het KI, moet dit spontaan aangeven.
Gemeentelijke ‘comfortacties’
Naast individuele aangiftes ondernemen sommige gemeenten zelf acties. Ze schrijven bijvoorbeeld eigenaars aan van woningen met een opvallend laag (niet-geïndexeerd) KI, meestal onder de 500 euro. Vooral panden die volgens de kadastrale gegevens geen badkamer of centrale verwarming hebben, krijgen bijzondere aandacht.
De eigenaar ontvangt dan een vragenlijst om de actuele toestand van de woning te bevestigen. Wordt aangegeven dat er inmiddels meer comfort aanwezig is, dan gaat het kadaster over tot een herschatting. Bij geen reactie kan een controle ter plaatse volgen.
Wat bij onenigheid over de verhoging?
Wie een nieuw KI krijgt toegewezen en dit te hoog vindt, kan binnen twee maanden bezwaar aantekenen via een aangetekende brief aan de bevoegde kadastrale dienst. Daarbij moet ook een alternatief KI worden voorgesteld.
Komt er geen akkoord, dan kan de fiscale bemiddelingsdienst worden ingeschakeld. Lukt het ook daar niet, dan volgt een arbitrageprocedure waarbij één of drie scheidsrechters een bindend besluit nemen. Deze procedure brengt kosten met zich mee, en de partij wiens voorstel het verst afstaat van het eindresultaat, draait volledig voor de kosten op.
Samengevat
Gemeenten controleren steeds vaker of het KI van woningen nog in verhouding staat tot het actuele comfortniveau. Eigenaars die hun woning hebben verbeterd, kunnen een verhoging verwachten. Wie het daar niet mee eens is, heeft wel de mogelijkheid om bezwaar in te dienen en een procedure te starten.
Heb je vragen omtrent dit artikel? Neem dan zeker contact met ons op!